In onderstaande info schets ik in het kort de geschiedenis van ons voedsel en leg ik uit waarom we zouden moeten overschakelen op vegetarisch.
Geschiedenis van ons voedsel
Vanaf het ontstaan is de mens gaan zoeken naar voedsel. De eerste mensen waren: jagers, verzamelaars en vissers. Nog niet gespecialiseerd in een van die "beroepen", maar een mix, van alles wat dus. Het verzamelen bestond uit het zoeken naar eetbare planten, vruchten, zaden.
Aanvankelijk aten de mensen kadavers die door roofdieren waren achter gelaten. Men ging met heel de familie op jacht, klopjacht. Later maakte men vallen en wapens om dieren te doden.
Mensen gingen ook dieren fokken voor vlees, als lastdier en om het land te bewerken. Geiten, runderen, varkens werden het meest gehouden.
Om vee te houden heb je planten nodig: graan, gras, hooi. Daar heb je veel grond voor nodig. In dicht bevolkte gebieden is dat een stuk lastiger.
Rond onze jaartelling aten de mensen vooral: brood en graanpap. Nederland was toen een agrarisch gebied met weinig mensen. Men verbouwde: erwten, spelt, gerst en het vee bestond vooral uit: runderen, geiten, schapen, varkens. De jacht, visserij, kruiden zorgden voor afwisseling in het menu.
De Romeinen zorgden voor grote landbouwbedrijven die vooral in dienst stonden van voedsel voor het leger. De rijke Romeinen aten 3x per dag. De arme mensen aten een stuk soberder. Er ontstond een verschil tussen arm en rijk. Op het menu stonden: rogge, gerst, knollen, wortels, erwten, soms gezouten varkensvlees, klein wild, kaas, bier, wei, melk, mede, cider, wijn. De adel at meer vlees, wild en gevogelte.
De Middeleeuwers aten 2 x per dag warm. In die tijd was het geloof (Christendom) erg belangrijk geworden en hield men zich aan vastendagen (vastentijd en op woensdag en vrijdag geen vlees eten, wel vis, eieren en zuivel).
Vanaf de Middeleeuwen werden er betere landbouwmethoden ontwikkeld. Bewaren van voedsel was lastig, maar toch mogelijk door: drogen, inleggen, zouten, gebruik van exotische specerijen (zeereizen, handel in specerijen). Voor de rijkeren werd het menu uitgebreid met rietsuiker, rijst, koffie, thee, gebakken en gebraden vlees, wild en gevogelte.
Veel Middeleeuwers (dorp en stad) hadden een levende vleesvoorraad: het varken (leverde: worst, hammen, spek).
Tot de 18e eeuw at de armere bevolking voornamelijk: graanproducten ( rogge, gerst, haver, spelt, tarwe, boekweit, brood, pap, brij, pannenkoeken, wafels en bier.
Het vlees werd tot eind 17e eeuw schaarser door een groeiende bevolking en veepest. De lagere standen waren meestal noodgedwongen vegetariër. Vlees eten gaf status.
Nadat men in Zuid-Amerika de aardappel had ontdekt en die werd ingevoerd werd de aardappel het hoofdvoedsel van vooral de armere mensen.
Ten tijde van de industriële revolutie was er een grote trek naar de steden (werk zoeken), maar ook heel veel armoede bij de arbeiders. Aardappelen en goedkope jenever waren bij de arbeiders het meest in trek.
Voor de rijkeren was er een ruim aanbod van vlees uit de VS en Argentinië.
Rond 1900 kwamen er steeds meer kookboeken in de keukens van vooral de rijken.
Tijdens de 1e Wereldoorlog moest men zuinig leven.
Na de 1e Wereldoorlog kwam er meer variatie in de hoofdmaaltijd. De stamppot bleef populair.
De hongerwinter in de 2e Wereldoorlog zorgde ervoor dat er na de oorlog een forse productieverhoging kwam in de landbouw. Veel voedsel tegen een lage prijs.
In de jaren '50 was het gebruikelijk om drie maaltijden te gebruiken: 2x brood en 1x de hoofdmaaltijd.
Rond de jaren '60 zorgden supermarkten voor een omwenteling. De kruidenier moest het veld ruimen. De supers hadden een uitgebreid assortiment met ook veel exotische voedingsmiddelen (wereldvoedsel). De welvaart steeg voor ieder. Er kwam een toename van verwerkt voedsel (blik). Diverse trends volgden elkaar op: aandacht voor gezondheid (schijf van vijf), gemaksvoedsel, exotische maaltijden, bezoek restaurants, superfoods, verpakte maaltijden, kant-en-klaar maaltijden, afhaalmaaltijden.
Het feit dat nu mensen nogal gehecht zijn aan vlees, is het gevolg van welvaart en gewoonte/traditie. Bovendien werd het een manier om aan te geven dat je bij de rijkeren hoorde.
Door toename van welvaart en inkomen streefden "gewone" mensen ernaar om als blijk van hun welvaart ook meer vlees op tafel te gaan zetten. Zeker tegenover gasten. Vlees werd een soort symbool van welvaart.
Steeds groter wordende veebedrijven, fokkerijen, wereldhandel zorgden voor een betaalbaar stuk vlees. Ook het idee dat vlees onmisbaar zou zijn voor onze gezondheid versterkte het eten van meer vlees.
Vanaf het ontstaan is de mens gaan zoeken naar voedsel. De eerste mensen waren: jagers, verzamelaars en vissers. Nog niet gespecialiseerd in een van die "beroepen", maar een mix, van alles wat dus. Het verzamelen bestond uit het zoeken naar eetbare planten, vruchten, zaden.
Aanvankelijk aten de mensen kadavers die door roofdieren waren achter gelaten. Men ging met heel de familie op jacht, klopjacht. Later maakte men vallen en wapens om dieren te doden.
Mensen gingen ook dieren fokken voor vlees, als lastdier en om het land te bewerken. Geiten, runderen, varkens werden het meest gehouden.
Om vee te houden heb je planten nodig: graan, gras, hooi. Daar heb je veel grond voor nodig. In dicht bevolkte gebieden is dat een stuk lastiger.
Rond onze jaartelling aten de mensen vooral: brood en graanpap. Nederland was toen een agrarisch gebied met weinig mensen. Men verbouwde: erwten, spelt, gerst en het vee bestond vooral uit: runderen, geiten, schapen, varkens. De jacht, visserij, kruiden zorgden voor afwisseling in het menu.
De Romeinen zorgden voor grote landbouwbedrijven die vooral in dienst stonden van voedsel voor het leger. De rijke Romeinen aten 3x per dag. De arme mensen aten een stuk soberder. Er ontstond een verschil tussen arm en rijk. Op het menu stonden: rogge, gerst, knollen, wortels, erwten, soms gezouten varkensvlees, klein wild, kaas, bier, wei, melk, mede, cider, wijn. De adel at meer vlees, wild en gevogelte.
De Middeleeuwers aten 2 x per dag warm. In die tijd was het geloof (Christendom) erg belangrijk geworden en hield men zich aan vastendagen (vastentijd en op woensdag en vrijdag geen vlees eten, wel vis, eieren en zuivel).
Vanaf de Middeleeuwen werden er betere landbouwmethoden ontwikkeld. Bewaren van voedsel was lastig, maar toch mogelijk door: drogen, inleggen, zouten, gebruik van exotische specerijen (zeereizen, handel in specerijen). Voor de rijkeren werd het menu uitgebreid met rietsuiker, rijst, koffie, thee, gebakken en gebraden vlees, wild en gevogelte.
Veel Middeleeuwers (dorp en stad) hadden een levende vleesvoorraad: het varken (leverde: worst, hammen, spek).
Tot de 18e eeuw at de armere bevolking voornamelijk: graanproducten ( rogge, gerst, haver, spelt, tarwe, boekweit, brood, pap, brij, pannenkoeken, wafels en bier.
Het vlees werd tot eind 17e eeuw schaarser door een groeiende bevolking en veepest. De lagere standen waren meestal noodgedwongen vegetariër. Vlees eten gaf status.
Nadat men in Zuid-Amerika de aardappel had ontdekt en die werd ingevoerd werd de aardappel het hoofdvoedsel van vooral de armere mensen.
Ten tijde van de industriële revolutie was er een grote trek naar de steden (werk zoeken), maar ook heel veel armoede bij de arbeiders. Aardappelen en goedkope jenever waren bij de arbeiders het meest in trek.
Voor de rijkeren was er een ruim aanbod van vlees uit de VS en Argentinië.
Rond 1900 kwamen er steeds meer kookboeken in de keukens van vooral de rijken.
Tijdens de 1e Wereldoorlog moest men zuinig leven.
Na de 1e Wereldoorlog kwam er meer variatie in de hoofdmaaltijd. De stamppot bleef populair.
De hongerwinter in de 2e Wereldoorlog zorgde ervoor dat er na de oorlog een forse productieverhoging kwam in de landbouw. Veel voedsel tegen een lage prijs.
In de jaren '50 was het gebruikelijk om drie maaltijden te gebruiken: 2x brood en 1x de hoofdmaaltijd.
Rond de jaren '60 zorgden supermarkten voor een omwenteling. De kruidenier moest het veld ruimen. De supers hadden een uitgebreid assortiment met ook veel exotische voedingsmiddelen (wereldvoedsel). De welvaart steeg voor ieder. Er kwam een toename van verwerkt voedsel (blik). Diverse trends volgden elkaar op: aandacht voor gezondheid (schijf van vijf), gemaksvoedsel, exotische maaltijden, bezoek restaurants, superfoods, verpakte maaltijden, kant-en-klaar maaltijden, afhaalmaaltijden.
Het feit dat nu mensen nogal gehecht zijn aan vlees, is het gevolg van welvaart en gewoonte/traditie. Bovendien werd het een manier om aan te geven dat je bij de rijkeren hoorde.
Door toename van welvaart en inkomen streefden "gewone" mensen ernaar om als blijk van hun welvaart ook meer vlees op tafel te gaan zetten. Zeker tegenover gasten. Vlees werd een soort symbool van welvaart.
Steeds groter wordende veebedrijven, fokkerijen, wereldhandel zorgden voor een betaalbaar stuk vlees. Ook het idee dat vlees onmisbaar zou zijn voor onze gezondheid versterkte het eten van meer vlees.
Biologisch en vegetarisch
Vooral de laatste tien jaren komt er steeds meer kritiek op het eten van vlees. Nadelig voor de gezondheid, schadelijk voor de ecologie, schadelijk voor het klimaat.
Voor de productie van 1 kg rundvlees is nodig: 20 kg veevoer (waaronder soya!), 500 liter water, veel landbouwgrond. Vee produceert veel CO2 en methaangas, zorgt voor fosfaten/overbemesting.
Vlees eten is niet noodzakelijk voor de gezondheid. Het kan prima vervangen worden door eiwitrijke plantaardige producten. Tegenwoordig zijn er veel vleesvervangers. Je kunt ook heel goed zelf je vegaburgers maken.
Vooral de laatste tien jaren komt er steeds meer kritiek op het eten van vlees. Nadelig voor de gezondheid, schadelijk voor de ecologie, schadelijk voor het klimaat.
Voor de productie van 1 kg rundvlees is nodig: 20 kg veevoer (waaronder soya!), 500 liter water, veel landbouwgrond. Vee produceert veel CO2 en methaangas, zorgt voor fosfaten/overbemesting.
Vlees eten is niet noodzakelijk voor de gezondheid. Het kan prima vervangen worden door eiwitrijke plantaardige producten. Tegenwoordig zijn er veel vleesvervangers. Je kunt ook heel goed zelf je vegaburgers maken.
Ook wat gezondheid betreft is vlees eten niet zo verstandig.
Zie info van KWF. "Groenten en fruit bevatten belangrijke vitaminen en mineralen die je kans op kanker verkleinen;
Een gezonde bodem is waardevoller dan een uitgeputte bodem.
Gezonde planten, dieren en mensen hebben een gezonde basis nodig: het bodemleven. |
Politieke en commerciële belangen
breken het Groot Barrière Rif af (2300 km lang!)
meer weten ..... klik plaatje!
breken het Groot Barrière Rif af (2300 km lang!)
meer weten ..... klik plaatje!
De zin van het leven is om jouw talenten te ontdekken. Het doel van je leven is anderen hiermee te dienen!