DOELGROEPEN
De presentaties/gastlessen zijn bedoeld voor diverse categorieën.
Dat kunnen zijn:
1. Kinderen van bovenbouw basisschool; eventueel ook voor oudere kinderen
Bedoeling: informatie overbrengen, kinderen aan het denken zetten, discussie op gang brengen, zelf in actie laten komen, beslissingen nemen gebaseerd op een goed doordachte redenering.
2. Leerkrachten. Ontzorgen, ontlasten van leerkrachten. Door het werk van alle dag hebben leerkrachten niet altijd de mogelijkheid om zich te verdiepen in de problematiek en toch zeker niet om een presentatie in elkaar te steken. Met dit aanbod kunnen leerkrachten dit mogelijk integreren in hun leerprogramma en/of opnemen in een themaproject.
3. Ouders van de leerlingen
Ook ouders willen graag weten wat er op school gedaan wordt aan klimaat- en milieuproblemen. Niet alle ouders zijn in staat (door drukte van alledag b.v.)om zich in de materie te verdiepen.
Wat zou het mooi zijn als ouders en kinderen geïnformeerd zijn (door de presentaties) en samen thuis in gesprek gaan om te komen tot acties die bijdragen aan oplossing.
4. Grootouders
Ik kan me voorstellen dat ook veel grootouders betrokken willen zijn bij wat er op school en bij hun kinderen leeft op het gebied van klimaat en milieu. Ook grootouders maken zich zorgen om hun eigen toekomst en zeker om de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen.
5. Alle geïnteresseerden
Dat kunnen gezinnen zijn waarvan de gezinsleden samen van plan zijn om iets te ondernemen op dit gebied. Samen beslissingen willen nemen die een bijdrage leveren aan het terug in balans brengen van natuur en klimaat.
Ook zijn de presentaties bestemd voor b.v. leden van een vereniging die ook op dit gebied geïnformeerd en geïnspireerd willen worden.
De presentaties/gastlessen zijn bedoeld voor diverse categorieën.
Dat kunnen zijn:
1. Kinderen van bovenbouw basisschool; eventueel ook voor oudere kinderen
Bedoeling: informatie overbrengen, kinderen aan het denken zetten, discussie op gang brengen, zelf in actie laten komen, beslissingen nemen gebaseerd op een goed doordachte redenering.
2. Leerkrachten. Ontzorgen, ontlasten van leerkrachten. Door het werk van alle dag hebben leerkrachten niet altijd de mogelijkheid om zich te verdiepen in de problematiek en toch zeker niet om een presentatie in elkaar te steken. Met dit aanbod kunnen leerkrachten dit mogelijk integreren in hun leerprogramma en/of opnemen in een themaproject.
3. Ouders van de leerlingen
Ook ouders willen graag weten wat er op school gedaan wordt aan klimaat- en milieuproblemen. Niet alle ouders zijn in staat (door drukte van alledag b.v.)om zich in de materie te verdiepen.
Wat zou het mooi zijn als ouders en kinderen geïnformeerd zijn (door de presentaties) en samen thuis in gesprek gaan om te komen tot acties die bijdragen aan oplossing.
4. Grootouders
Ik kan me voorstellen dat ook veel grootouders betrokken willen zijn bij wat er op school en bij hun kinderen leeft op het gebied van klimaat en milieu. Ook grootouders maken zich zorgen om hun eigen toekomst en zeker om de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen.
5. Alle geïnteresseerden
Dat kunnen gezinnen zijn waarvan de gezinsleden samen van plan zijn om iets te ondernemen op dit gebied. Samen beslissingen willen nemen die een bijdrage leveren aan het terug in balans brengen van natuur en klimaat.
Ook zijn de presentaties bestemd voor b.v. leden van een vereniging die ook op dit gebied geïnformeerd en geïnspireerd willen worden.
Hoe waardevol is de natuur voor onze gezondheid?
Biologe Marieke Schatteleijn heeft over dit onderwerp onderzoeken bekeken en zij komt tot de volgende conclusies.
Invloed van stadsleven en natuur op wat er in ons hoofd gebeurt is groot.
Hersenen in de stad functioneren anders dan in de natuur.
In de stad: hersenen zijn dol op prikkels, moeten daardoor hard werken, mens wordt vermoeiend, minder concentratie op iets anders (gedachten, denken).
Die omgeving is van invloed op ons gemoed, denkvermogen en wilskracht.
De stadsprikkels zijn ook een belasting voor de ogen en alle andere zintuigen.
Dit gaat ten koste van gerichte aandacht voor denken, plannen maken, leren.
Er vindt ook meer strijd plaats tussen wat gaande is tussen jouw buitenwereld en jouw binnenwereld. De stad werkt uitputtend, hierdoor neemt het werkgeheugen af. Het brein is te druk bezig met prikkels van buiten. Hierdoor geen nadenken over jezelf, anderen, kennis samenvoegen.
Hoe langer je in de stad vertoeft, hoe actiever de hersendelen die nodig zijn voor sociale interactie. Hierdoor wordt de stadsmens ook gevoeliger voor kritiek dan bij een buitenmens. De stadsmens is meer gespitst op gedrag en reacties van anderen, gericht op samenleven met anderen. Bij een teveel aan negatieve interacties krijg je een toename van sociale stress, daardoor een vergrote kans op ziektes zoals hart- en vaatziekten, verminderde werking van het immuunsysteem. Dit leidt tot angst en depressie. (Mogelijk mede een oorzaak voor gebruik drugs en andere verslavende gewoonten?)
Het leven “in ’t groen” van een buitenmens ziet er anders uit. Hoe meer natuur, hoe meer herstel van hersenen, toename rust, betere doorbloeding van hersenen, reflecteren op jezelf en op andere helpt om beter om te gaan met sociale stress, integreren van kennis, nieuwe ideeën opdoen, bron van inspiratie voor kunstenaars, filosofen, uitvinders. Bovendien: natuur fascineert, zorgt voor de zachte aandacht, herstelt het werkgeheugen. Wandelen in de natuur werkt helend, is stressverlagend en aandachtsherstelllend!
De natuurgeluiden en de geur werken op de emotie, zorgen voor een fijne stemming, verlaging van bloeddruken cortisolgehalte, minder pijnervaring.
Ook de invloed van natuur op kinderen verdient aandacht.
Contact met natuur zorgt voor contact met bacteriën. Zoals we weten zijn er veel goede, broodnodige bacteriën. Deze bacteriën verhogen een goede ontwikkeling van organen en het immuunsysteem.
Als een moeder tijdens zwangerschap veel tijd doorbrengt in een groene omgeving verhoogt het geboortegewicht en zorgt het voor een langere levensverwachting van het kind.
Spelen met natuurlijke materialen doet een ander beroep op het brein dan materiaal waarbij de functie al vastligt. Dus: verhoging creativiteit. Kinderen spelen ook langer in parken, tuinen en groene schoolpleinen. Gevolg: minder last van overgewicht.
Op een groen schoolplein zijn kinderen aardiger voor elkaar. Spelen in de natuur vraagt een bredere motorische activiteit. Het is ook beter voor het emotioneel welzijn.
Erg belangrijk is om in de nabijheid een groene buffer te hebben. Dit zorgt voor een beter sociaal en emotioneel geheugen.
Jongens vertonen minder gedragsproblemen. Kinderen in een stad met veel prikkels hebben groen extra hard nodig. Ook kinderen met ADHD hebben het groen extra hard nodig. Zelfs een korte tijd in het park helpt al de aandacht te verbeteren. Even een ommetje maken in het park…………… !
Kinderen met uitzicht op groen, groen in de klas en op het speelplein kunnen beter omgaan met stressvolle situaties. De band met de natuur wordt het beste gesmeed voor het elfde levensjaar.
Biologe Marieke Schatteleijn heeft over dit onderwerp onderzoeken bekeken en zij komt tot de volgende conclusies.
Invloed van stadsleven en natuur op wat er in ons hoofd gebeurt is groot.
Hersenen in de stad functioneren anders dan in de natuur.
In de stad: hersenen zijn dol op prikkels, moeten daardoor hard werken, mens wordt vermoeiend, minder concentratie op iets anders (gedachten, denken).
Die omgeving is van invloed op ons gemoed, denkvermogen en wilskracht.
De stadsprikkels zijn ook een belasting voor de ogen en alle andere zintuigen.
Dit gaat ten koste van gerichte aandacht voor denken, plannen maken, leren.
Er vindt ook meer strijd plaats tussen wat gaande is tussen jouw buitenwereld en jouw binnenwereld. De stad werkt uitputtend, hierdoor neemt het werkgeheugen af. Het brein is te druk bezig met prikkels van buiten. Hierdoor geen nadenken over jezelf, anderen, kennis samenvoegen.
Hoe langer je in de stad vertoeft, hoe actiever de hersendelen die nodig zijn voor sociale interactie. Hierdoor wordt de stadsmens ook gevoeliger voor kritiek dan bij een buitenmens. De stadsmens is meer gespitst op gedrag en reacties van anderen, gericht op samenleven met anderen. Bij een teveel aan negatieve interacties krijg je een toename van sociale stress, daardoor een vergrote kans op ziektes zoals hart- en vaatziekten, verminderde werking van het immuunsysteem. Dit leidt tot angst en depressie. (Mogelijk mede een oorzaak voor gebruik drugs en andere verslavende gewoonten?)
Het leven “in ’t groen” van een buitenmens ziet er anders uit. Hoe meer natuur, hoe meer herstel van hersenen, toename rust, betere doorbloeding van hersenen, reflecteren op jezelf en op andere helpt om beter om te gaan met sociale stress, integreren van kennis, nieuwe ideeën opdoen, bron van inspiratie voor kunstenaars, filosofen, uitvinders. Bovendien: natuur fascineert, zorgt voor de zachte aandacht, herstelt het werkgeheugen. Wandelen in de natuur werkt helend, is stressverlagend en aandachtsherstelllend!
De natuurgeluiden en de geur werken op de emotie, zorgen voor een fijne stemming, verlaging van bloeddruken cortisolgehalte, minder pijnervaring.
Ook de invloed van natuur op kinderen verdient aandacht.
Contact met natuur zorgt voor contact met bacteriën. Zoals we weten zijn er veel goede, broodnodige bacteriën. Deze bacteriën verhogen een goede ontwikkeling van organen en het immuunsysteem.
Als een moeder tijdens zwangerschap veel tijd doorbrengt in een groene omgeving verhoogt het geboortegewicht en zorgt het voor een langere levensverwachting van het kind.
Spelen met natuurlijke materialen doet een ander beroep op het brein dan materiaal waarbij de functie al vastligt. Dus: verhoging creativiteit. Kinderen spelen ook langer in parken, tuinen en groene schoolpleinen. Gevolg: minder last van overgewicht.
Op een groen schoolplein zijn kinderen aardiger voor elkaar. Spelen in de natuur vraagt een bredere motorische activiteit. Het is ook beter voor het emotioneel welzijn.
Erg belangrijk is om in de nabijheid een groene buffer te hebben. Dit zorgt voor een beter sociaal en emotioneel geheugen.
Jongens vertonen minder gedragsproblemen. Kinderen in een stad met veel prikkels hebben groen extra hard nodig. Ook kinderen met ADHD hebben het groen extra hard nodig. Zelfs een korte tijd in het park helpt al de aandacht te verbeteren. Even een ommetje maken in het park…………… !
Kinderen met uitzicht op groen, groen in de klas en op het speelplein kunnen beter omgaan met stressvolle situaties. De band met de natuur wordt het beste gesmeed voor het elfde levensjaar.
Uw kennis kunt u ook uitbreiden door te lezen over diverse thema's die met ecologie te maken hebben.
Wist u dat, van die hoeveelheid regenwater op een dak?
( klik op plaatje)
Zonde toch dat dit grotendeels in de riolering verdwijnt!
( klik op plaatje)
Zonde toch dat dit grotendeels in de riolering verdwijnt!
Je kunt leven in een wereld zoals die is, maar je kunt tegelijkertijd werken aan een wereld zoals die moet zijn!